Andre van Stigt (architect)
Andre van Stigt, architect en directeur van architectenbureau Van Stigt. 28 jaar in het vak. Gedreven, sociaal en maatschappelijk betrokken bij de stad Amsterdam. Tijdens onze zoektocht naar Joop van Stigt, een bekend architect door zijn werk voor de Amsterdamse School en zijn socialistische uitingen, hebben wij zijn zoon Andre van Stigt ontmoet. Dankzij zijn vader heeft hij kennisgemaakt met de Amsterdamse School.
Hieronder vindt u een samenvatting van dit interview.
‘Mijn vader, ook architect, heeft de Pieter Lodewijk Takstraat gerestaureerd in 1980. Ik was toen bijna klaar met mijn studie in Delft. De PL Takstraat is een voorbeeld van de Amsterdamse school, een gebied waar na de oorlog woningen zijn gebouwd voor de arbeidersklasse. Woningen waar je trots op mocht zijn want de architectuur was bijzonder, prachtige detaillering in het baksteen.
In de bouwstructuur is een sociale samenhang te zien en er is gebruik gemaakt van binnenpleinen waar groen en speeltuintjes aanwezig waren, waar kinderen konden spelen onder het toeziend oog van de ouders. Naar buiten toe meer gesloten en naar binnen toe een meer open en daarmee sociale structuur.
Ik ben het er mee eens dat de Amsterdamse School zeer belangrijk is voor de sociale samenleving. Misschien dat de eisen aan de woningen nu iets anders zijn, maar nog steeds vind ik dat woningen gebouwd moeten worden op een manier die de sociale samenhang van bewoners in de wijk versterkt.
Met de mogelijkheid om elkaar te kunnen ontmoeten op een veilige en aangename manier, maar ook de controle op de kinderen die buiten spelen. Amsterdamse School bouwde 'burchten voor de arbeiders' waarmee de sociale geborgenheid werd vormgegeven die ook tijdens de restauratie nog sterk leefde; 80% van de bewoners keerde na de restauratie terug.
Naast het doel van de Amsterdamse School is het ook belangrijk dat de mensen zich verantwoordelijk voelen voor hun omgeving. Na de 1e Wereld Oorlog was iedereen bezig met de wederopbouw en na de 2e Wereld Oorlog was dat weer zo; men was blij dat na 5 jaar van oorlog en verdriet de rust terug was. De mensen wilden vooruit en weer leven en genieten. En daarmee ontstond “de tuinstad” gedachte nog sterker.
Er zijn nu allerlei wijken in Amsterdam waar een nieuwe impuls gegeven wordt of waarvoor plannen bestaan om die wijken aan te pakken, te revitaliseren. In die wijken wonen veelal allochtonen. Het zou heel goed zijn om de gedachten van de Amsterdamse school architectuur, maar vooral het sociale gedachtegoed van “samen wonen en omgeving delen” te gebruiken voor deze wijken en plannen.
Ook in die wijken is het belangrijk dat er ontmoetingsplekken zijn en dat er levendigheid heerst, met verantwoording naar elkaar.
Zodat er niet alleen wijken ontstaan waar uitsluitend gewoond en geslapen kan worden maar waar ook een sociaal leven is en sociale controle en waar de bewoners deel van de wijk uitmaken en mede verantwoordelijk zijn.’
Interview door: Eda Yenil - Seda Yenil
Hieronder vindt u een samenvatting van dit interview.
‘Mijn vader, ook architect, heeft de Pieter Lodewijk Takstraat gerestaureerd in 1980. Ik was toen bijna klaar met mijn studie in Delft. De PL Takstraat is een voorbeeld van de Amsterdamse school, een gebied waar na de oorlog woningen zijn gebouwd voor de arbeidersklasse. Woningen waar je trots op mocht zijn want de architectuur was bijzonder, prachtige detaillering in het baksteen.
In de bouwstructuur is een sociale samenhang te zien en er is gebruik gemaakt van binnenpleinen waar groen en speeltuintjes aanwezig waren, waar kinderen konden spelen onder het toeziend oog van de ouders. Naar buiten toe meer gesloten en naar binnen toe een meer open en daarmee sociale structuur.
Ik ben het er mee eens dat de Amsterdamse School zeer belangrijk is voor de sociale samenleving. Misschien dat de eisen aan de woningen nu iets anders zijn, maar nog steeds vind ik dat woningen gebouwd moeten worden op een manier die de sociale samenhang van bewoners in de wijk versterkt.
Met de mogelijkheid om elkaar te kunnen ontmoeten op een veilige en aangename manier, maar ook de controle op de kinderen die buiten spelen. Amsterdamse School bouwde 'burchten voor de arbeiders' waarmee de sociale geborgenheid werd vormgegeven die ook tijdens de restauratie nog sterk leefde; 80% van de bewoners keerde na de restauratie terug.
Naast het doel van de Amsterdamse School is het ook belangrijk dat de mensen zich verantwoordelijk voelen voor hun omgeving. Na de 1e Wereld Oorlog was iedereen bezig met de wederopbouw en na de 2e Wereld Oorlog was dat weer zo; men was blij dat na 5 jaar van oorlog en verdriet de rust terug was. De mensen wilden vooruit en weer leven en genieten. En daarmee ontstond “de tuinstad” gedachte nog sterker.
Er zijn nu allerlei wijken in Amsterdam waar een nieuwe impuls gegeven wordt of waarvoor plannen bestaan om die wijken aan te pakken, te revitaliseren. In die wijken wonen veelal allochtonen. Het zou heel goed zijn om de gedachten van de Amsterdamse school architectuur, maar vooral het sociale gedachtegoed van “samen wonen en omgeving delen” te gebruiken voor deze wijken en plannen.
Ook in die wijken is het belangrijk dat er ontmoetingsplekken zijn en dat er levendigheid heerst, met verantwoording naar elkaar.
Zodat er niet alleen wijken ontstaan waar uitsluitend gewoond en geslapen kan worden maar waar ook een sociaal leven is en sociale controle en waar de bewoners deel van de wijk uitmaken en mede verantwoordelijk zijn.’
Interview door: Eda Yenil - Seda Yenil
Labels: allochtoon, Amsterdamse School, arbeider, integratie, Koerdisch, kunst, Nederland, neoliberalisme, Opinie, sociaal, socialisme, Stichting Opinie, Turks
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage