Opinie

Opinie

zaterdag 31 januari 2009

In het 2e nummer Amsterdamse School onder de loep genomen

Hierbij tref je het 2e nummer aan van Webzine Opinie.

We hebben tamelijk veel aandacht gekregen voor ons eerste nummer. Zonder twijfel is het belangrijkste prestatie criterium voor een tijdschrift, haar oplage. Het eerste nummer van Webzine Opinie kreeg meer dan duizend ‘unieke bezoekers’. Toch zou het niet eerlijk zijn om het aantal bezoekers van een ‘webzine’ als zijnde de oplage te presenteren, want het getal zal onvermijdelijk een aantal toevallige bezoekers inhouden. Aan de andere kant was het aantal mensen dat tussen de bladzijden van Webzine Opinie rondsnuffelde en er een lange tijd aan besteedde, meer dan twee honderd. We beschouwen dit als een goed begin voor een tijdschrift dat integratie als thema heeft.

Tevens kregen we opmerkelijk veel ingezonden brieven. Gelukkig kregen we van niemand te horen dat we ons ‘niet met Nederland mogen bemoeien; dat we per slot van rekening Turken zijn en geen Nederlander.’ In bijna alle ingezonden brieven, zowel in de Turkse als in de Nederlandse, stond dat ons initiatief zeer op prijs wordt gesteld. Hartelijk dank voor de felicitaties!

Tevens valt het op dat de ingezonden brieven weinig te maken hebben met de inhoud van het webzine. Heeft dat wat we over Multatuli/Max Havelaar hebben geschreven misschien geen indruk gemaakt op de lezer? Zijn we er niet in geslaagd om een paar mensen het Multatuli Museum te laten bezoeken, de Max Havelaar te lenen in de bibliotheek of tenminste Multatuli in Wikipedia op te laten zoeken? Dat valt moeilijk in te schatten. Toch durven we te beweren dat onze lezer die twee namen: ‘Multatuli’ en ‘Max Havelaar’ zal onthouden voor toekomstige referentie.
***

Terecht heeft een deel van onze lezers erop gewezen dat we als hoofddoelgroep de mensen van Turkse en Koerdische afkomst hebben gekozen en zo de andere, uit Turkije afkomstige volkeren, buitengesloten hebben. Dit vinden we een belangrijk punt. Hartelijk dank voor het openen van onze ogen! Bij deze gelegenheid doen we onze groeten aan alle volkeren van Turkije en van de hele wereld. Leve de eenheid en de broederschap van de volkeren!
***

In dit nummer is ons dossieronderwerp ‘Amsterdamse School’. Het is een architechtonische stijl die in het begin van de vorige eeuw in Amsterdam tot bloei kwam en zijn invloed heeft gehad op alle grote steden van Nederland.

In dit land waarin we leven zijn er twee mentaliteiten steeds met elkaar in stijd. Aan de ene kant gaan ultra-egoïsme en conservatieve kleingeestigheid hand in hand met als motto: ‘ieder voor zich’ en als je iets wilt veranderen krijg je te horen: 'doe normaal, dan doe je al gek genoeg’.

Aan de andere kant van de strijd bevinden zich ‘onze Nederlanders’, diegenen die we in ons webzine zullen voorstellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Multatuli, die in een tijdperk waarin mensen met een zwarte huidskleur, met een ring door hun neus op de markt werden verkocht, durfde te zeggen: 'Van de maan af gezien zijn we allen even groot'. Aan deze kant staan ook de jonge, idealistische architecten van de ‘Amsterdamse School’, die in een tijdperk, waarin de arme bevolking van de steden als beesten in stallen moesten leven, 'paleizen voor de arbeiders’ hebben ontworpen.
***

Het 2e nummer van Webzine Opinie mag gezien worden als een oproep om beter te kijken naar de huizen, pleinen, bruggen, scholen en speelplaatsen waar je elke dag langsloopt.

Kijk eens aandachtig om je heen, je zult een schoonheid zien die bedoeld en toegankelijk is voor iederen! Die schoonheid is typisch Nederlands.


Het eerste nummer heeft meer dan 1000 lezers bereikt. Hierboven een snapshot van het nieuws over Webzine Opinie op de website van het Multatuli Museum

Evren Madran

Labels: , , , , , , , , , , ,

Paleizen voor de arbeiders

De Klerk, Kramer, Van der Mey, Staal, Wijdeveld, Krop. Architecten van de Amsterdamse School, een architechtonische stijl die door idealistische jongeren tot stand is gebracht. De stijl werd in de jaren 1920 wereldberoemd, in de jaren daarna verliest hij aan populariteit, en in de jaren 90 van de vorige eeuw werd de stijl weer populair. De architecten van de Amsterdamse School worden als de wonderkinderen van de Nederlandse architectuur van de eerste helft van de 20e eeuw beschouwd. Hun belangrijkste werken zijn, o.a. het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, de Bijenkorf in Den Haag, een groot aantal arbeidersblokken en bruggen in de Randstad en straatmeubilair.

Amsterdamse School draagt een sociale betekenis die voor sommigen gelijk is aan haar architecturaal belang. In een tijdperk waarin het als utopisch beschouwd werd om voor de arbeiders leefbare woningen te bouwen die aan de minimale eisen voldoen, leggen de architecten van de Amsterdamse School de lat nog hoger: “Leefbaar is niet genoeg, de arbeiderswoning moet ook mooi zijn." Vandaar de leus van de stijl: "paleizen voor de arbeiders!"

Volgens een aantal critici van de Amsterdamse School is de instelling van de stijl niet realistisch. De critici wijzen erop dat de onderhoudskosten van de Amsterdamse School gebouwen te hoog waren. Toch zijn er ook mensen die denken dat de Amsterdamse School een zeer positieve bijdrage heeft geleverd aan het leven van het volk. Voor een derde groep mensen is het sociale aspect van de Amsterdamse School helemaal niet van belang; die vindt de gebouwen gewoon mooi.

***

Het Schip is een prachtig gebouw van de Amsterdamse School dat op 20 minuten loopafstand ligt van het Centraal Station van Amsterdam. Het gebouw waarvan de bouw in 1919 afgerond werd, is bedoeld als arbeidersblok. Het is het meest ontwikkelde product van de Amsterdamse School. Een lang blok met een binnentuin. In vogelvlucht gezien een driehoek. Op de top van de driehoek staat museum Het Schip. Het museum is de uitvoerigste en overzichtelijkste informatiebron van de Amsterdamse School; een aanrader. Tevens raadzaam om eens op www.hetschip.nl te kijken voordat men het een bezoekje brengt.

Bijna elke dag van het jaar kom je bezoekers tegen bij Het Schip wat aan een schilderijententoonstelling doet denken. Ze lopen langzaam voor het gebouw langs, staan stil voor de details die hen opvallen en kijken een tijdje; enthousiast maken ze foto’s en je ziet sommigen zitten die het gebouw natekenen. Als het weer goed is dan zie je ook levendige kinderen van alle huidskleuren spelen en rondrennen. Vrouwen met boodschappentassen staan voor het gebouw te kletsen in wat gebrekkig Nederlands. Dan zal het wellicht doordringen: dat wat Het Schip van de meeste andere kunstwerken onderscheidt, is dat het niets heiligs heeft en dat het niet ver verwijderd is van het gewone volk. Haar schoonheid is niet alleen voor de elite bedoeld en zelfs het volk kan haar schoonheid begrijpen.

Zoals bij alle gebouwen van de Amsterdamse School toont Het Schip aan dat een andere wereld mogelijk is: een wereld waarin ‘mens’ en ‘kunst’ onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn.

Evren Madran

‘Je moet van steen zijn om niet van de Amsterdamse School te houden’ zegt Nederlandse architect en Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol. Zie hieronder de foto’s van Het Schip en bepaal zelf of je het daarmee eens bent.


Originele tekeningen van Het Schip vanuit twee verschillende invalshoeken. De architect van Het Schip, Michel de Klerk is oorspronkelijk geen architect maar tekenaar


Snapshots van binnen en van buiten van Museum Het Schip. De ruimte is conform het origineel als postkantoor ingericht


Ronde vormen en reliëfs komen vaak en op een verrassende manier terug op de Amsterdamse School gebouwen


Alle woningen in Het Schip krijgen daglicht. Tevens, in tegenstelling tot de saaie arbeidersblokken, hebben de afzonderlijke woningen ramen met individuele stijlen. Zo wordt eentonigheid vermeden


Baksteenarchitectuur is in Nederland altijd populair geweest. Bij Het Schip werden voor de gevels samen met bakstenen ook natuurlijke stenen gebruikt. Dat zorgt voor nuances in de kleuren en een mooie uitstraling


Hierbij de kenmerkende toren van Het Schip. Voor sommigen is het als contrast bedoeld voor de kerken in de omgeving. Voor anderen benadrukt de toren het paleis voor de arbeiders

Labels: , , , , , , , , , , , ,

Drie Nederlanden

1.
Tweede helft van van 19e eeuw. Industriële revolutie volop in gang. Er is massale migratie vanuit het platteland naar de steden.

In de grote steden wacht de nieuwkomers, naast grote armoede, grenzeloze uitbuiting en achterhaalde regelgeving, een gebrek aan woningen. Een meerderheid van de bevolking is gedwongen om in kleine, donkere, vochtige huizen te gaan wonen tegen excessieve huurprijzen. In die kleine huizen wonen drie generaties met elkaar: grootouders, ouders en ten minste een half dozijn kinderen (zoals het hoorde voor toenmalige arbeidersgezinnen).

De arbeiderswoning is zeer bescheiden; hij bestaat uit één kamer. Zonder wc en zonder keuken. Wat wordt er veel in die ene kamer gedaan! Koken, wassen, afwassen, naaien... Voor de zieken zorgen, bidden, ruziën, vrijen...

De bedden bestaan net als in een boekenkast uit rekken boven elkaar, vastgemaakt aan de muur. Als WC een emmer met een deksel erop. Om naar de WC te kunnen gaan moet men wachten totdat iedereen slaapt. Riolering is eenvoudig opgelost: een keer per week komt de gemeente emmers legen.

Huisvuil wordt niet opgehaald. Het wordt gewoon uit het raam gegooid of buiten de deur gezet. Wie dicht bij de grachten woont heeft geluk, want die kan zijn huisvuil in de gracht gooien.

Typerend voor de arbeidershuizen is de stank: etensgeur, toilet, tabak, zweet, vocht, schimmel... Ventileren heeft geen nut, want de lucht die van buiten komt is nog erger.

2.
Past niet echt bij het beeld van het hedendaagse Nederland, toch? Dat heb je goed gezien. Ondanks de recentelijke neo-liberalistische ontwikkeling doet hedendaags Nederland het geweldig op het gebied van sociale huisvesting.

Hoe kon Nederland dan in zulke erbarmelijke omstandigheden de voorbeeldige sociale huisvesting scheppen?

Velen beweren dat het aan de woningwet van 1901 lag. De woningwet die in 1901 in werking is getreden bracht 5 factoren samen:

Sociaal-denken. Het verbeteren van de woonomstandigheden van de arbeiders staat centraal.
Plan. Het in kaart brengen van een groeiplan (een gezonde groei is slechts met een doordacht plan mogelijk)
Democratie. Het overlaten van het uitvoeren van de huisvestingsplannen aan democratisch ingestelde verenigingen, waarbij de arbeiders rechtstreeks hun stem kunnen laten horen.
Staatsfinanciering. Het ervoor zorgen dat de democratisch ingestelde verenigingen genoeg geld van de staat krijgen om de huisvestingsplannen te kunnen uitvoeren.
Toezicht. Het erop toezien dat de huurprijzen betaalbaar en de woningen bewoonbaar blijven.

Als zijnde degene die over alle gegevens beschikt, komt de staat met een sociale intentie op de proppen, maakt geïntegreerde plannen, laat daarna het uitvoeren van de plannen aan het volk over en financiert het uitvoeren van de plannen. Het uitvoeren van de plannen wordt door het volk zelf gedaan door verenigingen waarvan elke huurder lid is. Dit is het recept van de legendarische sociale huisvesting van Nederland geweest. Althans tot de jaren 90 van de vorige eeuw...

Aan het begin van de vorige eeuw was liberalisme volop in bloei; begrippen zoals de uitgangspunten van Wet 1901 waren totaal niet bemind. In een tijdperk zoals dit heeft de Nederlandse overheid Wet 1901 geïntroduceerd. Qua timing was Wet 1901, die begrippen zoals ‘armoedebestrijding’, ‘planning’, ‘toezicht’ en 'staatsfinanciering’ als uitgangspunten heeft, nogal revolutionair en won Nederland een belangrijke plek in de wereldgeschiedenis van de huisvesting.

3.
Vandaag de dag is er van Woningwet 1901 en de begrippen die erachter liggen, niet veel overeind gebleven.

Eind jaren 80, toen neoliberalisme de overheden hun verstand deed verliezen en de hedendaagse zogenaamde ‘krediet-crisis’ begonnen was, werden de woningbouwverenigingen verzelfstandigd, subsidies van het Rijk aan woningcorporaties (36,8 miljard gulden) werden weggestreept en het bouwen van woningen moest meer aan de marktsector worden overgelaten. Vervolgens, conform de neoliberalistische retoriek dat ‘alle vormen van staatsinterventie gelijk zijn aan dictatuur’, werden de huurprijzen geliberaliseerd.

Woningcorporaties (lees: verenigingen) waren toen niet meer in staat betaalbare arbeiderswoningen te bouwen; daar kregen ze te weinig subsidie voor. Ze moesten voor hun eigen geld zorgen en dat betekende dat ze zich op een meer lucratieve markt moesten richten. Wegens gebrek aan nieuwbouw stegen de huurprijzen van de bestaande arbeiderswoningen steeds meer. Het staatstoezicht op de betaalbaarheid van de woningen nam ook af. Geleidelijk werd ‘betaalbaarheid’ geschiedenis. Als gevolg daarvan, verlieten de arbeiders massaal de stedelijke centra om in achterbuurten en ghettowijken te gaan wonen.

Verenigingen hebben zich snel aangepast. Ze veranderden in kapitalistische ondernemingen. Het democratisch functioneren is eenzijdig geannuleerd. Ze hebben nog geen aandeelhouders maar de managers die topsalarissen krijgen zijn al een soort kapitalist geworden.

Het bouwen van arbeiderswoningen is mogelijk noch aantrekkelijk. Wooncorporaties van vandaag bouwen dure woningen voor de middenklasse.

Wie weet hoe lang deze fase duurt...

Evren Madran

Labels: , , , , , , , , , , , ,

Interviews over de Amsterdamse School

Begin 20ste eeuw zijn een paar architecten die lid waren van SDAP en ongeveer dezelfde ideeën hadden, begonnen met de Amsterdamse School. Ons vooronderzoek voor de interviews leek op een zoektocht. De Amsterdamse School is een belangrijk project geweest waarmee het Scheepsvaart museum in Amsterdam, het gebouw Het Schip, en het gebouw van de Bijenkorf in Den Haag zijn gebouwd.

Tijdens onze zoektocht hebben wij met verschillende mensen contact gezocht die ooit met Amsterdamse School projecten bezig zijn geweest of die in aanraking zijn gekomen met de kunst van de Amsterdamse School in hun dagelijkse leven. Met deze mensen hebben wij over de Amsterdamse School en de betekenis van dit project voor ons hedendaagse leven gesproken.

Eerst hebben wij met Andre van Stigt contact opgenomen. Andre van Stigt is architect en zoon van Joop van Stigt die de Pieter Lodewijk Takstraat (een project van de Amsterdamse School) gerestaureerd heeft in 1980. Andre van Stigt heeft het gehad over de Amsterdamse School projecten waaraan zijn vader ook deel heeft genomen en heeft ons verteld hoe belangrijk de projecten van de Amsterdamse School voor ons hedendaagse leven zijn.

Daarna hebben wij Frederieke Jochems bezocht in haar atelier. Frederieke Jochems hebben wij ontmoet dankzij haar korte opname over haar fotoproject 'Paleis voor de laatste arbeiders'. Frederieke Jochems heeft als fotograaf en bewoonster van een Amsterdamse School woning haar mening met ons gedeeld over sociale woningen en de status van de woningen die door de Amsterdamse School zijn gebouwd.

Toen zijn wij een bewoonster tegengekomen die reeds 15 jaar in een woning van de Amsterdamse School woont;Juliana Fikki . Zij heeft ons ontvangen in haar warme woning en heeft verteld wat de Amsterdamse School voor haar betekent. Ook hebben wij het over de economische crisis gehad die de laatste tijd bij ieder gesprek voor koude lucht zorgt.

Als laatste hebben wij met Ton Heijdra een leuke gesprek gevoerd in de luchroom van museum Het Schip. Ton Heijdra heeft ons verteld hoe belangrijk geschiedenis kan zijn en hoe uniek de Amsterdamse School is. Het idee was dat arbeiders recht hadden op iets moois. Ze kwamen op voor het recht van de arbeiders op een mooiere woning.



Andre van Stigt – “Amsterdamse School bouwde burchten voor de arbeiders...”

Frederieke Jochems – “...over 10-20 jaar dan wordt het een buurt met meer rijke mensen die hoge huren betalen...”

Juliana Fikki – “Laat staan de arbeiders, zelfs een doorsnee persoon kan het niet meer huren, het wordt echt duur...”

Ton Heijdra – “Het aardige is juist dat de opkomende Arbeidersbeweging samen met de Amsterdamse School iets bijzonders tot stand heeft gebracht."

Labels: , , , , , , , , , , ,

Andre van Stigt (architect)

Andre van Stigt, architect en directeur van architectenbureau Van Stigt. 28 jaar in het vak. Gedreven, sociaal en maatschappelijk betrokken bij de stad Amsterdam. Tijdens onze zoektocht naar Joop van Stigt, een bekend architect door zijn werk voor de Amsterdamse School en zijn socialistische uitingen, hebben wij zijn zoon Andre van Stigt ontmoet. Dankzij zijn vader heeft hij kennisgemaakt met de Amsterdamse School.

Hieronder vindt u een samenvatting van dit interview.

‘Mijn vader, ook architect, heeft de Pieter Lodewijk Takstraat gerestaureerd in 1980. Ik was toen bijna klaar met mijn studie in Delft. De PL Takstraat is een voorbeeld van de Amsterdamse school, een gebied waar na de oorlog woningen zijn gebouwd voor de arbeidersklasse. Woningen waar je trots op mocht zijn want de architectuur was bijzonder, prachtige detaillering in het baksteen.

In de bouwstructuur is een sociale samenhang te zien en er is gebruik gemaakt van binnenpleinen waar groen en speeltuintjes aanwezig waren, waar kinderen konden spelen onder het toeziend oog van de ouders. Naar buiten toe meer gesloten en naar binnen toe een meer open en daarmee sociale structuur.

Ik ben het er mee eens dat de Amsterdamse School zeer belangrijk is voor de sociale samenleving. Misschien dat de eisen aan de woningen nu iets anders zijn, maar nog steeds vind ik dat woningen gebouwd moeten worden op een manier die de sociale samenhang van bewoners in de wijk versterkt.

Met de mogelijkheid om elkaar te kunnen ontmoeten op een veilige en aangename manier, maar ook de controle op de kinderen die buiten spelen. Amsterdamse School bouwde 'burchten voor de arbeiders' waarmee de sociale geborgenheid werd vormgegeven die ook tijdens de restauratie nog sterk leefde; 80% van de bewoners keerde na de restauratie terug.

Naast het doel van de Amsterdamse School is het ook belangrijk dat de mensen zich verantwoordelijk voelen voor hun omgeving. Na de 1e Wereld Oorlog was iedereen bezig met de wederopbouw en na de 2e Wereld Oorlog was dat weer zo; men was blij dat na 5 jaar van oorlog en verdriet de rust terug was. De mensen wilden vooruit en weer leven en genieten. En daarmee ontstond “de tuinstad” gedachte nog sterker.

Er zijn nu allerlei wijken in Amsterdam waar een nieuwe impuls gegeven wordt of waarvoor plannen bestaan om die wijken aan te pakken, te revitaliseren. In die wijken wonen veelal allochtonen. Het zou heel goed zijn om de gedachten van de Amsterdamse school architectuur, maar vooral het sociale gedachtegoed van “samen wonen en omgeving delen” te gebruiken voor deze wijken en plannen.

Ook in die wijken is het belangrijk dat er ontmoetingsplekken zijn en dat er levendigheid heerst, met verantwoording naar elkaar.

Zodat er niet alleen wijken ontstaan waar uitsluitend gewoond en geslapen kan worden maar waar ook een sociaal leven is en sociale controle en waar de bewoners deel van de wijk uitmaken en mede verantwoordelijk zijn.’

Interview door: Eda Yenil - Seda Yenil

Labels: , , , , , , , , , , , ,

Frederieke Jochems (cineaste/beeldend kunstenaar)

Frederieke Jochems, Frederieke Jochems (1961) maakt fotoseries, video-installaties en documentaires. Voor het project ‘Paleis voor de laatste arbeiders’ fotografeerde Frederieke Jochems bij haar buren thuis. Zij legde hen vast in hun gewone dagelijkse leven in de intimiteit van hun bijzondere interieur. Frederieke Jochems hebben wij bezocht in haar atelier.

Hieronder vindt u een samenvatting van dit interview.

‘19 jaar geleden ongeveer kreeg ik een driekamer- plus atelierwoning op de begane grond in het Amsterdamse School complex in de Burgemeester Tellegenstraat op de hoek, toegewezen vanuit de dienst bij de gemeente om atelierwoningen aan kunstenaars te verstrekken. Toen het complex in 1918 gebouwd werd, was het idee dat de hoekpanden winkels werden voor de arbeiders die daar gingen wonen.

Supermarkten kwamen veel later maar er schijnt een fietsenwinkel te zijn geweest op de hoek en onze woning is boekhandel geweest tijdens de oorlog. Aan de overkant was een bakkerij en die corporatie, de Dageraad, zorgde er inderdaad voor dat er op die hoeken door de coöperatieve vereniging vervaardigde producten werden verkocht.
Op een gegeven moment rond 1983 zijn door architect Joop van Stigt al die woningen gerenoveerd en toen hebben ze er geen kleine bedrijfjes of winkeltjes van gemaakt maar ze zeiden dat het aan kunstenaars toegewezen moest worden dus toen wij daar kwamen was het bestemd voor kunstenaars en wij als filmmakers konden derhalve in die ruimte.

Vroeger was het zo: de eerste socialisten vonden dat de arbeiders woonden in heel slechte omstandigheden en ze vonden dat er mooie woningen moesten komen en in dit geval, onder Amsterdamse School Architectuur, supermooie woningen. Met nieuwe architecten die werden ingehuurd door goede opdrachtgevers. Ze hadden bijzondere opvattingen over de indeling: een mooie plek om te wonen maar in de indeling werd ook gekeken van: niet zo’n grote keuken anders blijven ze in de keuken hangen, nee een heel kleine keukentje, en een woonkamer met een grote lamp zodat ze konden lezen want arbeiders moesten zich verheffen dus de arbeiders werden geholpen om zich te ontwikkelen. Het gebouwtje aan het pleintje van de Burgemeester Tellegenstraat dat was toen een bibliotheek. Men wilde dat arbeiders gingen lezen en zich zo verder zouden ontwikkelen.

Wat betreft de Amsterdamse School: Mijn project “ Paleis voor de laatste arbeiders” ging erover dat de woningen steeds minder bewoond worden door arbeiders. Dat zit ook in de titel ‘Paleis voor de LAATSTE arbeiders’. Op een gegeven moment werd het gebouw zo mooi gevonden, dat het werd gekozen tot rijksmonument, waarop de wooncorporatie dacht: ‘Nou… monument, als je daar woont, mag je meer huur betalen’, en zo werd de huur verhoogd. Mensen die daar al wonen, betalen de normale huur, maar als er een nieuwe woning vrijkomt dan wordt de huur twee - tweeënhalf keer zo hoog en dan komen er andere mensen. Dit vind ik niet erg ofzo, maar dat zijn meer ‘yuppen’. Dat is een andere groep mensen dan de arbeiders voor wie het oorspronkelijk is bedoeld. Die kunnen de hogere huur niet meer betalen. Maar de mensen die er al in zitten worden er niet uitgewerkt. Dat is het probleem niet.

Over de actualiteit, De Amsterdamse School stroming is ook een tijd verguisd geweest. Eind dertiger jaren kreeg je meer het functionele bouwen, wat strakker, wat functioneler en pas eind 2oe eeuw en nu begin 21e eeuw wordt de versierende, de decoratieve stijl meer gewaardeerd. Daarom komen veel toeristen naar deze buurt; Japanners en Amerikanen met fototoestellen. Het is inmiddels een wereldberoemd pand geworden.

Maar als je kijkt naar de actualiteit van het bouwen; Sociale woningbouw wordt tegenwoordig alleen in wijken gebouwd met afwisselend zowel sociale huur als koopwoningen. Er is diversiteit op een plek, koop, vrije sector en sociale huur.

Ik heb veel Marokkaanse en Chinese mensen boven wonen in de 4-kamerwoningen en die wonen daar prima. Die waarderen die stijl ook heb ik het gevoel en zij en ik vinden het een prettige plek om te wonen.

Bij Amsterdamse School denk ik niet aan de huurprijs maar aan de bouwstijl. Dat het woningen zijn die ook mooi zijn om te zien, prettig om in te leven en tegenwoordig toegankelijk voor iedereen. Toen in 1918-1923 de woningen werden opgeleverd gingen er vaak alleen socialistische mensen wonen en er waren andere woningbouwverenigingen meer bestemd voor katholieke arbeiders en je had per wijkje hier een woningbouwvereniging met leden die er konden wonen met hun eigen politieke kleur maar dat is nu niet meer zo.

De Dageraad is inmiddels De Alliantie geworden. Iedereen die het kan betalen, kan in een woning gaan wonen. Ik moet ook wel zeggen, bij het begin van het opleveren van de woningen, in 1923, toen waren er veel arbeiders die kwamen er niet in, want de huizen werden gecontroleerd, en de netheid, er waren strenge maatschappelijk werkers die gingen daarop controleren. Wie kwamen daar uiteindelijk te wonen: postbodes, onderwijzers, politieagenten. Dus de allerarmsten kwamen daar echt niet terecht. Van die hooggestemde idealen kwam niet alles terecht in de praktijk: dat het meer het ontwikkelde hogere kader van arbeiders was dat daar woonde, dan dat het de mensen die het echt het moeilijkste hadden.

Over het kopen van huurwoningen: Huizen in het Amsterdamse School complex worden niet verkocht juist omdat het een monument is, ze willen niet dat mensen individueel allemaal aanpassingen in de woningen aanbrengen, er zijn heel strenge eisen. In andere buurten zijn huizen die niet als rijksmonument onder bescherming staan en daar worden ze wel verkocht tegen betaalbare prijzen, zelfs mensen met lagere inkomens kunnen die kopen.
Maar deze Amsterdamse School woningen van het Dageraad complex, die worden niet verkocht, dat blijven huurwoningen. Met wel een steeds hogere monumentenhuur. Dus over 10-20 jaar dan wordt het een buurt met meer rijke mensen die dan hoge huren betalen, maar geen huiseigenaren zijn.’

Interview door: Eda Yenil - Seda Yenil

Labels: , , , , , , , , , , , ,

Juliana Fikki (arbeider)

Juliana Fikki, al 15 jaar woonachtig in Nederland en komt oorspronkelijk uit Suriname. Juliana Fikki heeft momenteel twee banen en zegt dat ze naar Nederland is gekomen om te werken en niet om te bedelen. Afgelopen dagen kreeg zij te horen dat zij ontslag heeft gekregen.Toch stelt zij zichzelf voor als een positieve pessimist. De economische ontwikkelingen hebben deze zestigjarige moeder van 8 kinderen ook geraakt. Juliana Fikki is één van de laatste arbeiders die in een Amsterdamse School woning leeft. Voordat we overgingen naar onze vragen over de Amsterdamse School, hebben we het eerst over deze economische ontwikkelingen gehad. Aan het einde van ons gesprek heeft zij haar gedicht dat zij over de Amsterdamse School heeft geschreven met ons gedeeld.

Hieronder vindt u een samenvatting van dit interview.

“Wie hebben die crisis? Die mensen houden ons voor de gek. Al die directeuren die mensen die rijk zijn, hun huizen zitten vol met koffers geld. Wie lijdt er onder? Jij en ik.
Zie je een van die rijke mensen klagen op televisie, nee. Ze klagen niet. Die ministers praten maar. Als alle mensen, deze kleine mensen, jij en ik op straat gaan, gaat dit kabinet naar huis en dan ga jij zien wat kredietcrisis is. Toen de euro werd ingevoerd, zou het ook goed gaan met onze economie. Maar niets daarvan. Soms is het oneerlijk in de wereld met het geld. Ik ben nu 80 % werkloos. Ik doe nog steeds 12 uurtjes werk.

De buurt waar ik woon is ook een Amsterdamse School project geweest, een heel leuke buurt. Ik ben heel trots op die buurt. Ik vind die buurt gewoon prachtig in één woord gezegd. Met een heel mooi plein, als het mooi weer is, is het altijd gezellig met kinderen en ouders. Ik woon al ongeveer 15 jaar hier.

Toen ik in Nederland kwam, woonde ik aan de overkant, aan de IJsselstraat. Ik heb een huis aangevraagd bij de woningbouw. Toen was er heel lelijke mevrouw die tegen mij zei dat ik geen grote woning zou kunnen krijgen. Amsterdam heeft geen grote woningen. Ja maar, net wat ik je zeg, ik ben een positieve pessimist, dus ik kom altijd terug. Dus zo ben ik gegaan en gegaan. Toen was er een heel lieve meneer een keertje aan het loket en hij zei dat er een woonkrantje werd gepubliceerd. 'Pak het direct en bel' zei hij. Ja, zo is het gegaan. En toen was dit het eerste huis waar ik op reageerde eigenlijk. Ik werd maandag gebeld dat ik dat huis kon krijgen. Iedereen zei dat het een mooie huis was en ze waren benieuwd naar nummer 1. Toen kwam ik, iedereen stormde op me af. Ze vroegen zelfs of ik wilde ruilen. Ik zei 'nee nee dit is de eerste keuze van mij dus ik ga het huis nemen' en toen heb ik dit huis gekregen.

Ze hebben de huizen gerenoveerd, bepaalde kleine veranderingen aangebracht. Sommige mensen wilden niet veel veranderen, sommige wel.
Mijn keuken is bruin, ik had zo iets van laat het maar bruin blijven. Want in Suriname had ik ook een bruine keuken. Dit zijn normale huizen maar wel groter. Je hebt woonkamer, een keuken, toilet, hal, een kamertje hier en één of twee kamers boven. De kamers verschillen per woning; woningen met drie, vier zelfs met vijf kamers zijn er ook.

Ik heb die tijden van de Amsterdamse School niet meegemaakt, maar ik denk dat het sociale er wel in zit. Want hier achterin heb je een binnentuin en je hebt ook bij de mensen allemaal een beetje kleine tuintjes. Als het bijvoorbeeld mooie weer is en ik maak mijn raam even open en kijk even naar buiten dan heb ik direct contact met al die mensen die hier beneden wonen. Ze zitten buiten of op de stoep, we groeten elkaar altijd en houden een praatje. Je komt direct met elkaar in contact. Als je ook op het balkon staat, kan je iedereen zien, even praten, even groeten enzo. Het is belangrijk voor het sociale leven.

Maar het verandert wel. Als ik kijk naar de periode van dit project dat met Frederieke is gemaakt, ongeveer 2 of 3 jaren geleden merk ik dat mijn hele trappenhuis is veranderd. Op de 1e etage had ik een Marokkaanse buurman, hij kwam hier alleen wonen. Zijn 3 kinderen zijn hier geboren en ik zag ze hier opgroeien. Die mensen gingen weg. Die meneer verhuisde en weet je die was gewoon ook arbeider net als ik. Daar beneden was er ook een Marokkaanse meneer. Hij is ook weg gegaan. Nu heb je autochtone mensen en een Pools echtpaar dat is hier komen wonen. Zoals gebruikelijk gaat de huur dan omhoog.

Ik betaal momenteel een huur van ongeveer 400 euro. De eerste mensen die er zijn, betalen ook ongeveer dit bedrag. Maar van de mensen die nieuw verhuizen vragen ze bijna 700 euro. Een doorsnee persoon kan het zelfs niet meer huren, laat staan de arbeiders, het wordt echt duur.

Soms schrik ik er ook van. Zoveel mensen verhuizen plotseling. Aan de overkant had je ook mensen met kinderen, daar woonde een Hindoestaanse man met zijn vrouw, ze hadden 3-4 kinderen. Ook heb ik ze hier geboren zien worden. Maar ze zijn ook allemaal weer weggegaan.

Interview door: Eda Yenil - Seda Yenil


Paleis voor de laatste arbeiders

Een paleis dat ben je echt
Van binnen en van buiten
Kunstenaars, vaders en moeders
Aan intellect geen gebrek
De laatste arbeiders wie zijn dat geweest…
Gecompliceerder kunnen wij het niet maken
Kijk maar in al de straten, de jeugd voert de boventoon
Soms een beetje stout, maar geen sprake van gehoon
Groeten is ook niet verplicht
Gebeurt gewoon met een lach op het gezicht
Therese Schwartze straat en plein
Dat is fijn toeven ik wil er graag zijn
Pastoor straat, P.L. Takcomplex
Met een binnentuin van pracht… te gek
Vogels fluiten bij het morgenrood
Muziek van de buurman voor een nieuwe dag
Bomen en plantengroei bruin, geel en groen
Kijk ze aan; je voelt je bloeit
Takcomplex…monumentaal
Berlagebouw, Amsterdamse school
Honderd jaar woningwet, bracht met zich mee arbeiders pret
De laatste arbeiders wie zullen dat zijn?
Kijk maar op de lakens hoe we zijn gespot
Mijn kamer is mijn heilig, ben lekker lui, heb even geen zin.
Dit zijn onze modellen van de buurt
Moeder en gezin staat ook fijn
Ik heb het druk met huis en haard,
De buren schilderen graag
Hoe ziet het bij de overburen uit…?
Zo moeilijk maken wij het niet van
Huis te kijken met een praat
Na het kijken weet je al gouw,
Met welke paleis je bent getrouw

(speciaal geschreven i.v.m. Paleis voor de laatste arbeiders)

Juliana Fikki, 25.06.2007

Labels: , , , , , , , , , , , ,

Ton Heijdra (historicus)

Ton Heijdra schrijft boeken over de geschiedenis van Amsterdamse buurten. Geschiedenis van Amsterdamse buurten is zijn specialisatie. Hij is betrokken bij de ontwikkelingen van de buurten en is bestuurslid van Museum Het Schip.

Hieronder vindt u een samenvatting van dit interview.

“Ik ben ook betrokken bij het Schip vanuit het idee dat geschiedenis heel belangrijk is, om meer over geschiedenis te weten. Geschiedenis betekent veel, geschiedenis vertelt gewoon veel. Je ziet ook als je de geschiedenis bekijkt dat in Nederland dingen die 500 jaar geleden zijn gebeurd nog steeds invloed hebben. Geschiedenis heeft veel meer invloed dan veel mensen denken. Het wordt al die jaren doorgegeven, de invloed te kennen van geschiedenis is gewoon belangrijk.

Ik ben geïnteresseerd in de geschiedenis van Amsterdam. De Amsterdamse School periode is een heel belangrijke periode in Amsterdam geweest. Dit is bovendien een heel unieke periode. Je kunt zien dat er ook grachten zijn en die zien er ook mooi uit, maar die zijn niet zo uniek.

Wat ik aan de Amsterdamse School belangrijk vind, is dat in Amsterdam gekozen is om voor de arbeiders iets moois te bouwen. Het idee was dat arbeiders recht hebben op iets moois. Voor de arbeiders moesten paleizen komen. Dit is heel bijzonder voor Amsterdam geweest. Hier is het begonnen. In de jaren 20 kwamen ze uit de hele wereld kijken. Mooie gebouwen zijn natuurlijk overal in de wereld maar niet voor de arbeiders en dat is het bijzondere van de Amsterdamse School.

En dan moet je het plaatsen in de geschiedenis, huisvestiging voor de arbeiders, die was in de 19e eeuw heel slecht. In Jordaan, Kattenburg, Idenburg had je nog van die 1 meter brede gangen, huizen waar geen zonlicht binnenkwam, kelderwoningen. En tuberculose, hele gezinnen die uitstierven aan de tuberculose, tbc.

Omstandigheden in het Industriële revolutie tijdperk; veel bedrijvigheid, mensen werkten de hele dag. Toch zie je door de opkomende arbeidersbeweging dat arbeiders zich gingen organiseren, ze gingen vakbonden oprichten. Je ziet ook dat arbeiders politieke partijen krijgen; De Sociaal Democratische Arbeiders Partij, de communisten gingen zich organiseren, je ziet dat een organisatie iets voor elkaar krijgt en dat er iets gaat veranderen. Arbeidsomstandigheden verbeteren, er komt een wet dat kinderarbeid wordt verboden, ook voor de woon, volkshuisvestiging komt aandacht.

De Amsterdamse School is altijd actueel. Ze wilden mooie woningen bouwen voor arbeiders. Als je arbeiders mooie woningen geeft, zullen zij een beter leven voortzetten.
Met de Amsterdamse school zijn ook andere sociale aspecten geregeld. Bijvoorbeeld; er was een postkantoor, in Amsterdam Zuid was er een openbare leeszaal, de arbeider moest zich ook dan ontwikkelen. De woning is ook zo ingericht op aandacht voor elkaar; dat het gezin bij elkaar kan komen aan een tafel. Arbeiders in de Jordaan die altijd naar de kroeg gingen en al hun geld wegzopen dat was ook afgelopen. Je ziet hier geen cafés bij de Amsterdamse School projecten. Bij het postkantoor konden de arbeiders ook sparen. Je kreeg wel een mooie woning, maar er werden ook eisen gesteld aan de arbeiders. Huurcontracten waren vol met wat niet mocht allemaal. Als bewoner was je ook meteen lid van de woningbouwvereniging. Je was eigenlijk mede-eigenaar van je huis.


Nu heb je ook woningbouwverenigingen maar dat zijn meestal stichtingen met winstoogmerk.
Je koos zelf het bestuur uit als lid. Je betaalde contributie. Er waren commissies en je deed dingen samen. Bijvoorbeeld samen aardappels kopen, feestjes voor de kinderen organiseren. Het was mooi maar ook opvoedend. Dat paste ook bij elkaar. Arbeiders, mooie woningen, heel bijzondere samenleving…

Wat je hier zag, waren toch de beter betaalde arbeiders of arbeiders die een vaste baan hadden, postbestellers, gemeenteambtenaren. Als mensen een vaste baan hadden konden ze ook de huur betalen. Er waren ook arbeiders die tijdelijke banen hadden. Die konden niet in Amsterdamse School woningen wonen.

De gemeente vond dat ze daar ook iets aan moest doen. Door gemeentelijke diensten zijn toen complexen gebouwd, die zijn met extra subsidie gebouwd. Die woningen waren dan voor mensen met lagere inkomsten. Architecten Bazel en architecten Berlage hebben hier ook gebouwd. Dat waren best bijzondere woningen. Alleen zijn ze wat soberder; ze hadden geen grote keuken, ze hadden een spoelhok, ook niet de luxe. Maar ze staan er nog steeds. Het waren beroemde architecten. Wat ze deden was mooi, maar was niet zo uitbundig als het idee van de Amsterdamse school. Dus zo zie je ook een beetje het verschil. In die woningen woonden ook altijd de communisten. Het was echt een communistenblok. Aan de andere kant woonden vaak SDAP'ers; sociaal-democraten.

Je had ook andere verenigingen. De oudste woningvereniging was een katholieke vereniging. En die hadden ook een eigen woningblok. Je had ook woningbouwvereniging Partimonium (protestanten). Er waren wel conflicten tussen deze verenigingen en vechtpartijen op straat. Er was ook een beetje concurrentiestrijd tussen die verenigingen. Je woonde of bij de socialisten of bij de communisten of bij de katholieken… dit gold ook voor winkels.

Socialisten hadden hun eigen winkels. En katholieken ook. Partimonium had zijn eigen winkels en eigen scholen. Ze concurreerden met elkaar. Men was ook trots op de gebouwen, ze konden zeggen van 'kijk dit hebben wij gebouwd'.
Dus bijvoorbeeld bij Het Schip zie je een toren. Nou belachelijk, de katholieken hadden natuurlijk de kerktorens en de socialisten bouwden die totaal functieloze toren. Alleen om te laten zien hoe trots ze op hun eigen kunst waren.

De Amsterdamse School is eigenlijk architectuur en vormgeving. Ontwerpen van stoelen, van textiel van glaswerk enz. De Amsterdamse School is een vormgevingsstijl, maar het bijzondere hiervan is dat deze vormgevingsstijl ook gerealiseerd werd voor arbeiders. De Amsterdamse School heeft twee kanten, het is een vormgeving die ook iets voor de arbeiders heeft geproduceerd.

Het aardige is juist dat de opkomende arbeidersbeweging samen met de Amsterdamse School iets bijzonders tot stand heeft gebracht.

Ze waren idealistisch, ze wilden iets vernieuwends en dat wilden de socialisten ook. En wat zij hiermee wilden bereiken is dat arbeiders ook recht hadden op mooie woningen. In die periode van de Amsterdamse School vonden ze schoonheid ook belangrijk. Later kregen ze wel kritiek. Heel veel architecten vonden de Amsterdamse School niets. Arbeiderswoningen moesten volgens hen goedkoop, sober en klein zijn. Licht en lucht waren belangrijk. Volgens hen moest een architect gewoon bouwen en al dat fraais hoorde er niet bij. Die beweging is er ook geweest en wat je ziet is dat die wijken gesloopt worden en dat de Amsterdamse School juist blijft.

De Amsterdamse School woningen veranderen, net als andere dingen, van sociale woningen in luxe monumentale woningen. In heel Nederland zie je veel minder sociale woningen en steeds meer koopwoningen. Onderhoud kost veel en woningbouwverenigingen proberen er een hoop geld uit te halen. De huizen worden niet verkocht, maar de huren worden steeds hoger. Ze willen dit als een complex bewaken. Die woningen komen wel in de duurdere huurklasse.

De woningbouwverenigingen bestaan ook niet meer. Tegenwoordig zijn dat gigantisch grote bedrijven. De verhoudingen zijn ook anders. Mensen willen altijd wel kopen als ze de mogelijkheid hebben. Belangrijk is dat er wel goede huisvestiging blijft, ook voor mensen met lagere inkomsten. Maar het moeten ook mooie woningen zijn. Dus niet dat mensen met de laagste inkomens in de slechtste woningen moeten gaan wonen. Dat is eigenlijk wat hier met Amsterdamse School gerealiseerd is. Er is iets goeds voor de arbeiders tot stand gekomen."
Interview door: Eda Yenil - Seda Yenil

Labels: , , , , , , , , ,

Sociale (huur)woning 'te koop'

‘Sociale woning’ is geen al te bekend begrip, wellicht komt u dit begrip hier voor het eerst tegen. Op het moment van het schrijven van dit stuk, was één van ons op zoek naar betaalbare woonruimte. Toch werd het pas actueel voor ons toen we dit stuk moesten schrijven.

Op het internet zijn we de volgende definitie van sociale woning tegengekomen: ‘woning die volgens een standaard wordt gebouwd voor arme mensen en mensen met lagere inkomsten. Deze woningen hebben beperkte eigenschappen, zijn geschikt als gezonde leefruimtes, zijn sterk en goedkoop.' Aan deze definitie kunnen we nog meer toevoegen, bijvoorbeeld de sociale contacten die tot stand zijn gekomen dankzij deze woningen. Aangezien we het begrip sociale woning steeds minder aantreffen, zijn we er niet zeker van of het zin heeft om het over de toegevoegde waarde ervan te hebben.

Eerst een korte blik op de Nederlandse geschiedenis. De Woningwet is in 1901 in werking getreden tijdens het kabinet Pierson. Deze wet was bedoeld om de arbeiders die destijds in woningen woonden die niet leefbaar waren, betere woningen aan te bieden en problemen omtrent de volksgezondheid te voorkomen of onder controle te houden. (Het is dan ook geen toeval dat in deze periode, naast de Woningwet een Gezondheidswet in werking treedt.) De slechte toestand van arbeiderswoningen vormde toen één van de belangrijkste oorzaken van de verslechterende volksgezondheid. Met deze wet zouden de problemen in de woontoestand van de arbeiders door de overheid aangepakt worden. De gegevens die wij over die periode zijn tegengekomen, maakten ons duidelijk dat deze woningen inderdaad ongezond waren voor mensen. Kleine en zeer vochtige woningen waar geen zonlicht in kon komen en waar de riolering waardeloos was. Grote arbeidersgezinnen in kleine woningen die hun toiletbehoefte in een emmer deden die slechts om de week leeggemaakt werd... Zweet, rook en etenslucht... Terecht klaagden de arbeiders, die zestien uur per dag werkten, over deze toestand. Als oplossing deden ze iets wat wellicht voor velen onvoorstelbaar is: ze leegden hun toiletemmers in de mooie kanalen van Amsterdam. Kortom, kleine, vochtige, stinkende arbeiderswoningen- en wijken...

De Woningwet is een overwinning van het Nederlandse volk. Het kan zijn dat deze wet nog tekortkomingen heeft, maar die kunnen we aanvullen. Wat belangrijk is dat we deze overwinningen beschermen! Amsterdam is een goed voorbeeld van hoe de overwinningen van 1901 geleidelijk aan worden geschrapt. Gemeente Amsterdam heeft ervoor gezorgd dat tussen 2002-2007, 28.000 sociale woningen werden verkocht. De gemeente is verder van plan om er van de overblijvende sociale woningen tussen 2007 en 2012, 15.000 en tussen 2012 en 2016, 15.000 te gaan verkopen. Dat wil zeggen dat de sociale (huur)woningen die voor arbeiders bedoeld zijn zullen worden overgenomen door mensen die genoeg geld hebben om een huis te kunnen kopen.

In verband met de Woningwet van 1901 zijn er verschillende projecten ontstaan. Bij deze projecten heeft men niet alleen woningen gebouwd maar zijn er ook mogelijkheden ontstaan voor een sociaal leven. De ‘Amsterdamse School’ is er één van. Deze projecten ontstonden om leefbare woningen voor de arbeiders te bouwen en de Amsterdamse School architecten hebben dit doel wel bereikt. Bij de gebouwen van de Amsterdamse School heeft men veel mogelijkheden geboden aan arbeiders. Daarnaast hebben ze het beste uit de aanwezige ruimtes en middelen gehaald. De wijken die in het kader van de Amsterdamse School zijn gebouwd bevatten zelfs vergaderruimtes, bibliotheken en plaatsen waar jongeren en kinderen sociale activiteiten kunnen verrichten.

Nu is de vraag waarom de Gemeente Amsterdam besloten heeft om de sociale (huur)woningen te gaan verkopen, aangezien er al problemen omtrent de woontoestand van het volk bestaat en de woningen waarin arbeiders wonen niet gezond zijn. Zijn het de burgers die hierom vragen? Dat denken we niet. De gemeente doet wat het neoliberale systeem vereist. Volgens dit systeem moeten de sociale woningen weg, want zolang ze nog bestaan, kunnen de woningprijzen niet enorm toenemen. Door de sociale woningen te verkopen, voorkomt de gemeente dit risico. Als het zo doorgaat, zullen er binnen een paar jaar geen sociale woningen meer bestaan en de woonprijzen zullen zoveel mogelijk stijgen.

Dankzij de Woningwet van 1901 heeft Amsterdam zijn schitterende aanzicht gekregen. Deze wet heeft het volk betaalbare en leefbare woningen aangeboden maar momenteel proberen de Amsterdamse bestuurders het omgekeerde te doen. Volgens hen, verdienen arbeiders, mensen die het leven ‘produceren’, woningen die totaal niets met de schoonheid van de Amsterdamse School gebouwen te maken hebben. De woningen van de Amsterdamse School zijn tegenwoordig zeer belangrijk voor het toerisme en hierdoor worden de huurprijzen van deze woningen verhoogd.

Voor we weer stinkende wijken krijgen en voordat we terugkeren naar de toestand van vóór 1901, moeten wij opschieten om de Woningwet van 1901 te bewaken. Om voor onze rechten op te komen...

Seda Yenil - Eda Yenil

Labels: , , , , , , , , , , , ,

‘De wacht van de humaniteit’ voor de Palestijnen

Eerste dag van de wacht van de humaniteit
Op maandagavond, 5 januari zijn wij naar de wijk Levent in Istanbul (Turkije) gegaan waar het consulaat-generaal van Israël zich bevindt. De weg waarmee je de voordeur van het consulaat-generaal kan bereiken, is gesloten door de politie. Je ziet de enorm hoge gebouwen om het consulaat-generaal heen. Ik zie de mensen die zich aan het verzamelen zijn en loop naar hen toe. Mensen groeten elkaar, mensen groeten eigenlijk de humaniteit.

Wat aan de overheid wordt verzocht, lees je op het spandoek. Je ziet verschillende vlaggen maar wat je het meest ziet is de vlag van Palestina. Tijdens de toespraak wordt gezegd dat mensen daar zullen wachten totdat de aanval van Israël wordt beëindigd.

Ik heb geen idee over hoe ze met dit ijskoude weer daar de wacht zullen houden en hoelang ze dit vol kunnen houden. Nadat de toespraken zijn gehouden, vangt de wacht aan met het applaus van mensen en de slogans. De humaniteit begint op dat moment met de wacht voor de Palestijnen.

Met de tijd mee voelen wij de kou steeds meer en meer. Ik kijk verbaasd naar de mensen die nog steeds een hoopvol blik hebben voor de toekomst. Wij krijgen goed nieuws vanuit andere steden, de mensen zijn niet alleen in Istanbul maar in veel steden van Turkije op straat om het volk van Gaza te kunnen ondersteunen.

Af en toe gaan mensen weg en na een korte tijd komen ze met eten terug. Het is misschien niet voldoende voor iedereen die op dat moment daar is, maar wij delen alles met elkaar. Opeens zien wij de opgekomen solidariteit met het volk van Gaza maar ook de solidariteit met elkaar. Wij kletsen met elkaar, maken plannen voor de volgende dag en praten over hoe wij de mensen mee kunnen nemen naar de volgende dag van deze demonstratie.

Vlak voor de nacht neem ik afscheid van de betogers.



Tweede dag
De media diensten schrijven ieder dag een andere gebeurtenis uit Gazastrook. Wij zien dat de aanval al eerder was gepland en dat veel mensen waaronder de minister-president van Turkije hiervan op de hoogte waren. Aangezien het dodental ieder dag toeneemt, hebben ze blijkbaar niets gedaan om deze aanval tegen te houden.

Tegen de avonduren heb ik de mensen van de wacht bezocht. Met de gedachte dat ik misschien iets voor hen kan betekenen. Ze vertellen dat de eerste nacht goed is verlopen.

Om 19:00 uur komen wij bij elkaar. Tijdens de toespraken wordt verteld dat er ieder dag het dodental toeneemt en dat mensen niet eens hun primaire behoeften krijgen.

Er wordt verteld dat het leger van Israël de humane hulp niet toelaat en dat de Egypte ook hetzelfde doet als Israël. Ze herhalen nogmaals dat wij het volk van Gaza zullen ondersteunen en ze eisen dat de militaire overeenkomsten die met Israël zijn getekend, eenzijdig worden beëindigd. Er wordt nogmaals verteld dat ‘de wacht van de humaniteit’ zal doorgaan totdat Israël stopt met de aanval.

Derde dag
Mensen hebben twee dagen lang 24 uur de wacht gehouden. Op de derde dag van de wacht ben ik ook bij mijn vrienden van Yurtsever Cephe belandt. Ik wil ze steunen maar ben ook benieuwd naar wat er gebeurd is.

Anders dan vorige dagen zijn de leden van de jongerenafdeling van de partij AKP ook aanwezig. Eerlijk gezegd raak ik in de war. Het is natuurlijk goed dat zij het volk van Gaza willen steunen, maar is het niet een beetje raar? AKP is de regeringspartij en uiteindelijk hebben zij de macht om iets tegen Israël te kunnen ondernemen. Wij verrichten onze eisen aan de regeringspartij, maar wat en van welke instantie kan een regeringspartij eisen?

Daarna zie ik dat zij beginnen met hulp campagne voor Gaza. Opeens denk ik eraan wat ze hebben gedaan met stichting Deniz Feneri en ik begrijp hoe AKP van ieder gelegenheid gebruik maakt. Ze aarzelen zelfs niet om een massamoord ook hiervoor te gebruiken.


Vierde dag
Voor donderdag is er geen toespraak of demonstratie georganiseerd. Ik neem contact met mijn wacht vrienden. Zij vertellen dat zij niets georganiseerd hebben om de deelname op vrijdag te kunnen bevorderen. Het is besloten dat alleen de mensen die de wacht zullen houden naar Levent zullen gaan.

Ik kan mezelf niet weerhouden en ga toch naar de wachtplaats. Er zijn nieuwe spandoeken...Ze eisen dat de Hoofdbasis voor de straaljagers in Konya die gebruikt wordt door Israëlische straaljagers om te oefenen, gesloten moet worden. Tevens wordt er geëist dat de consul-generaal van Israël en het consulaat medewerkers het land worden uitgezet.

Toen ik naar huis ben gekomen, lees ik met grote vreugde het nieuws op internet. Minister van Buitenlandse Zaken van Venezuela heeft bekendgemaakt dat zij hebben besloten om de consul-generaal en de medewerkers van het consulaat van Israël het land uit te zetten. Turkije moet ook hetzelfde doen, vind ik.

Vijfde dag
Op deze dag heb ik begrepen hoe de mensen die het koud hebben, die moe zijn en die zich moeten verzetten tegen veel dingen, nog hoopvol kunnen blijven en hoe onuitputtelijk hun kracht is. Het dagelijks toename is op vrijdag enorm geworden. De mensen kwamen naar het consulaat-generaal van Israël om ten eerste het volk van Gaza te kunnen ondersteunen en daarna de mensen die de wacht houden eveneens te ondersteunen. De vertegenwoordigers van allerlei bewegingen, mensen vanuit de intelligentsia, de kunstenaars en het belangrijkste namelijk het volk, dat is er.

Ik begrijp na de toespraak van de Palestijnse studenten nogmaals dat dit een belangrijke demonstratie is. Het is ook verheugend dat andere bewegingen ook deze demonstratie ondersteunen. Murat Pabuç die namens de Stichting voor Vrede (Barış Derneği) ging spreken, had zeker gelijk toen hij zei, 'Ze vervuilen het woord vrede!'.


Zesde dag
Wij krijgen steeds meer nieuws over de wacht uit andere steden. Sommige media diensten zien het door hun vingers maar de aandacht van het volk is zo groot waardoor een gedeelte van de media diensten toch plaats moet geven aan het nieuws over ons.

Zevende dag
Zondag kwamen er duizenden mensen naar het consulaat-generaal. Studenten, proletariërs en mensen vanuit de intelligentsia... Het volk is er om het volk van Palestina te ondersteunen terwijl het buiten sneeuwt en regent... Op de zevende dag van de wacht zijn er ook mensen van andere bewegingen om de mensen die de wacht houden te ondersteunen. Wij vormen een zekere tegenstrijdigheid met mensen die zich First Lady noemen en in luxe hotels hun krokodillentranen laten lopen voor de kinderen van Palestina.

De luchtmachtbasis in Konya moet worden gesloten, de commando’s van Israël die in Bolu worden opgeleid moeten worden weggestuurd en alle militaire overeenkomsten met Israël moeten worden vernietigd. Zo denken wij!

Achtste dag
De vlaggen slingeren aan de zijkant van de weg, alsof de vlaggen zeggen 'de humaniteit is hier, de humaniteit houdt hier de wacht'. Armen, lichamen en de belangrijkste de harten van honderden mensen worden niet moe en om de buurt houden ze de wacht van de humaniteit voor Palestijnen.



Negende dag
In de periode dat de VS, NATO en de EU niks doen zijn we al belandt naar de negende dag van de wacht. Waar is de westerse wereld die zijn mond vol heeft van die mensenrechten? Het is nu opvallend rustig over de mensenrechten vanuit de westerse wereld! Dit heet meten met twee maten.

Daar groeten de mensen de jongeren die de vlag van Palestina vasthouden, de mensen schreeuwen dat het volk van Palestina niet alleen is, de harten van mensen dragen de eer van de strijd voor Palestina en de humaniteit vertelt dat er eigenlijk veel gedaan kan worden om deze aanval tegen te houden en dat mensen worden opgelicht met krokodillentranen. De volken die vandaag niets doen, zullen morgen hun land verliezen...

Heeft iemand dit al eerder gehoord?

Duru Ezra (Gastschrijver)

Labels: , , , , , , , , , , ,

Vacature vrijwillig PR-manager (2 uur per week)

Stichting (wie zijn wij)
Stichting Opinie is een nieuw initiatief. Ons doel is om mensen met een Turkse en Koerdische afkomst enthousiast te maken om te willen integreren in de Nederlandse samenleving.

Stichting Opinie neemt ‘Nederland’ als uitgangspunt. Hiermee onderscheidt de stichting zich van andere organisaties die op het integratieterrein actief zijn en die ‘immigranten / buitenlanders / allochtonen’ als uitgangspunt nemen. Opinie beschouwt integratie als een ‘leuke verkenningstocht’ i.p.v. van een ‘probleem’.
Zo vult Opinie de andere initiatieven aan die op hetzelfde terrein actief zijn.

Functie
Je bent verantwoordelijk voor de ontwikkeling, inhoud en actualiteit van de communicatiemiddelen, database voor de externe communicatie, website, tijdgebonden publicaties en bulletins en het coördineren van de PR activiteiten van de stichting.

Profiel
- Het doel van de stichting spreekt je aan,
- je beheerst het Nederlands uitstekend, zowel schriftelijk als mondeling ,
- je hebt doorzettingsvermogen,
- je bent leergierig.
Werkervaring is een pre, maar niet vereist.
Turks is een pre.

Voldoening (zeer goed voor je CV!)- Je doet ervaring op in PR (hoe moet je contacten met de media onderhouden? hoe schrijf je een persbericht? hoe wordt een PR-activiteit gepresenteerd?)
- je doet ervaring op qua internet technologie en online communicatie
- je doet ervaring op met het besturen van media database
- je levert een positieve bijdrage aan 'integratie’

Vrijwillig / onbetaald werk
Evenals de andere deelnemers van de stichting ga je je werkzaamheden vrijwillig verrichten. Wij verwachten dat je hiervoor minimaal 2 uur per week beschikbaar bent. Je werkt flexibel, vanuit huis.

Contact
Heb je interesse? Stuur dan je Nederlandstalige CV en motivatiebrief voor deze functie naar stichtingopinie@gmail.com

Labels: , , , , ,